Echeveria gibbiflora heeft, net als veel andere soorten van zijn geslacht, geen Nederlandse naam. In de Spaanssprekende wereld wordt hij hondsoor-echeveria (oreja de burro) of ossentong-echeveria (lengua de vaca) genoemd.
Veel bekender dan de wilde vorm zijn de cultivars waarin hij voorkomt. Samen met Echeveria potosina is het een oudersoort van de beroemde Echeveria “Parel van Neurenberg”.

Er zijn cultivars van Echeveria gibbiflora met groene of zilverkleurige bladeren.
De bloemaren kunnen tot 50 centimeter hoog worden, afhankelijk van de cultivar. De rozetten kunnen een diameter tot 20 centimeter bereiken.
De wilde vorm komt oorspronkelijk uit Mexico en Guatemala.
Verzorging van Echeveria gibbiflora
Plaatsen waar de Echeveria gibbiflora ten minste drie uur per dag in de zon staat, zijn zeer geschikt. Hij kan de zomer in de tuin of op het balkon doorbrengen, maar verdraagt geen vorst.
Standaardsubstraten voor cactussen en andere vetplanten kunnen als substraat worden gebruikt. Of mengsels van potgrond, vogelzand, kleikorrels of puimsteengruis.
Bij het besproeien is het belangrijk dat de grondkluit tussen de besproeiingen uitdroogt of bijna uitdroogt. Echeveria gibbiflora houdt niet van wateroverlast.
Van de lente tot de nazomer kunt u af en toe bemesten met vloeibare meststof voor cactussen of groene planten.
Als Echeveria gibbiflora wil bloeien, is een koele winter bij 5 tot 10 °C nuttig.
Kenmerken: Vetplanten |