Wat is de narcisfamilie?
De narcisfamilie (Amaryllidaceae) omvat ongeveer 89 geslachten met meer dan 1500 soorten. Ze omvat populaire sierplanten zoals de belladonnalelia (Amaryllis belladonna), de soorten van het geslacht Hippeastrum die bekend staan als amaryllis, de clivia (Clivia), sneeuwklokjes (Galanthus) en narcissen (Narcissus).
Overigens zijn alle hierboven genoemde planten in meer of mindere mate giftig.
De familie bevat echter ook eetbare planten.
Sommige soorten van het geslacht Allium worden gebruikt in de keuken, zoals prei, ui, knoflook of daslook.

Planten uit de narcisfamilie komen bijna overal ter wereld voor. Ze komen van nature voor, worden in het wild gekweekt of zijn gecultiveerde nuttige planten. Inheems in Nederland en Centraal-Europa zijn bijvoorbeeld de zomerklokjes, sommige sneeuwklokjes en de daslook.

Als aanpassing aan hun habitat vormen veel soorten uit deze plantenfamilie bollen. Ze trekken zich daarin terug tijdens de hete en droge zomerweken of in de herfst en kunnen deze tijden dus goed overleven.

Zijn de soorten van de narcisfamilie giftig?
Ja en nee. De soorten uit de onderfamilies Amaryllidoideae en Agapanthoideae, dat wil zeggen de sierplanten, zijn meestal giftig.
Veel soorten uit de subfamilie lookfamilie (Allioideae) zijn daarentegen eetbaar.

Populaire soorten uit de narcisfamilie

De soorten uit het geslacht Hippeastrum komen oorspronkelijk uit Midden-Amerika en Zuid-Amerika. Ze staan bekend als amaryllis.
In Centraal-Europa worden ze beschouwd als winterbloeiers en kun je ze van de herfst tot de lente in de winkels vinden. Als ze in de winter koel en droog worden gehouden, kunnen ze ook in de zomer bloeien.

De wilde narcis (Narcissus pseudonarcissus) toont zijn lichtgele tot donkergele bloemen vaak rond Pasen. Het is een van de populaire vroege bloeiers en is te vinden in veel parken en tuinen.
Narcissus “Tête à Tête”, een kleine variëteit van Narcissus cyclamineus, wordt vaak gebruikt voor de vensterbank.

Niet alleen de bollen van knoflook (Allium sativum) zijn eetbaar, maar ook de bladeren, tenminste de jonge. Oude bladeren zijn stevig en taai, maar goed om soepen mee op smaak te brengen.

Niet zo populaire soorten uit de narcissenfamilie

Proiphys amboinensis komt oorspronkelijk uit tropisch Azië en Australië. In Centraal-Europa is de plant, die op het eerste gezicht op een hosta lijkt, vrijwel onbekend.

Hymenocallis littoralis komt oorspronkelijk uit veel Zuid-Amerikaanse landen en is ook en is daar ook populair als sierplant. Hier wordt hij zelden gecultiveerd. De soort leeft in moerassige gebieden, een van de drie planten hierboven groeit in een van mijn nano-aquaria.